Vanuit het kind bekeken is een dag optimaal ingedeeld als de beschikbare speeltijd optimaal benut kan worden. In het licht van welbevinden en betrokkenheid zouden wij er dus voor moeten zorgen dat er zo min mogelijk wachtmomenten zijn. Die houden voor een kind vaak een periode in van niets doen. Zeker als dat ‘niets doen’ van buitenaf is opgelegd en dus niet voortkomt uit de eigen keuze.
Daarnaast heeft dit vaak een negatieve invloed, omdat wachtmomenten een kweekvijver zijn voor ongewenst gedrag en conflicten. Kinderen ontwikkelen zich door te spelen, door betrokken met iets bezig te zijn. Hoe is de betrokkenheid van een kind wanneer hij aan het wachten is? En hoe is op dat moment het welbevinden? Wat zou er in het kind omgaan op dat moment?
In onze werking zorgen we voor overgangsrituelen. Deze zorgen voor een andere invulling tijdens de wachtmomenten.
- opruimlied
- soeplied
- tafel samen dekken
- voorlezen
- kringdans
- fruittheater